“Samenwerking, platforms en schaalvergroting zijn duidelijk opkomende ontwikkelingen binnen de logistieke sector”
Interview met Anne-Marie Nelck, beleidsadviseur bij Transport & Logistiek Nederland
Simacan nodigt op regelmatige basis kenmerkende personen uit, werkzaam in de logistiek en transport, om ze aan het woord te laten over hun werk in deze sector. Maar we willen ook graag alles weten over hun achtergrond en hun visie. Steeds meer vrouwen zijn te vinden in belangrijke posities in transport en logistiek. Zo ook Anne-Marie Nelck, beleidsadviseur en deelmarkt secretaris bij Transport & Logistiek Nederland.
Kun je wat vertellen over je werk bij Transport & Logistiek Nederland?
Mijn rol bij TLN is tweeledig. Voor een deel ben ik beleidsadviseur op het gebied van stadslogistiek op nationaal niveau. Daarnaast ben ik deelmarkt secretaris.
We hebben bij TLN 16 deelmarkten, dat zijn verschillende logistieke segmenten en ik ben verantwoordelijk voor de deelmarkten TLN Distributievervoer en Transfrigoroute. Distributievervoer is eigenlijk alle goederenvervoer die de stad in gaat, van levensmiddelen tot pakketjes tot pallets naar winkels, noem maar op, zowel naar zakelijke als particuliere ontvangers. Met uitzondering van bouwmaterialen en afvaltransport, dat zijn twee andere TLN-deelmarkten.
In de deelmarkt Transfrigoroute zijn vervoerders van geconditioneerde producten verenigd, denk aan levensmiddelen en farmaceutische producten. Deze vervoerders zijn zowel nationaal als internationaal actief, niet alleen met het klassieke vervoer over de weg met vrachtwagens, maar bijvoorbeeld ook gecombineerd met treinvervoer en binnenvaart.
Heb je hierbij een adviserende rol naar bedrijven en overheid?
Voor de deelmarkt Distributievervoer heb ik veel contact met onder andere overheden en verwante brancheorganisaties over het onderwerp stadslogistiek. Er speelt op dit moment erg veel op dat gebied: vanaf 2025 komen er zero-emissiezones aan. Dit brengt uitdagingen met zich mee, zoals bijvoorbeeld de beschikbaarheid van zero-emissie voertuigen en laadinfrastructuur.
Met het bestuur van de deelmarkt Distributievervoer heb ik contact over wat er op ons afkomt qua wet- en regelgeving en hoe dat zou moeten aansluiten op de praktijk. Maar andersom kan ik ook richting de overheid aangeven wat er speelt in de praktijk, zodat hiermee rekening kan worden gehouden bij het formuleren van nieuwe wet- en regelgeving. We gaan daarbij behoorlijk de diepte in. Zo’n deelmarktbestuur is voor mij een belangrijk klankbord, noodzakelijk om de juiste match te vinden tussen wat er gebeurt op het gebied van wet- en regelgeving en de praktijk.
Digitalisering is voor beide deelmarkten en andere logistieke segmenten uiteraard ook heel belangrijk. Binnen de deelmarkt Distributievervoer hebben we 4 jaar geleden een pilot ‘Papierloos Transport’ gedaan. Ik vind het erg leuk om me daar dan ook inhoudelijk enigszins in te verdiepen en dat is gelukkig allemaal mogelijk bij TLN.
Hoe ben je de wereld van transport en logistiek ingerold?
Dat hangt eigenlijk van toevalligheden aan elkaar. Ik werk nu bijna 15 jaar bij TLN. Daarvoor heb ik 10 jaar gewerkt bij een branchevereniging in de drankensector: de Nederlandse frisdrankenindustrie, drankengroothandels en nog wat kleinere organisaties zaten daarin onder één dak. Daar heb ik het fenomeen brancheorganisatie leren kennen. Door een oud-studiegenoot en goede vriend, die lang geleden bij TLN werkte en daar heel enthousiast over was, heb ik gereageerd op een vacature van TLN. Allereerst als secretaris voor de deelmarkt Veetransport, met daarbij het beleidsterrein Voedselveiligheid.
Ondanks dat ik niets van vee wist, vond ik het dermate interessant dat ik daar mijn tanden wel eens in wilde zetten. Van daaruit heb ik na een jaar of vijf de overstap gemaakt naar de deelmarkt TLN Distributie en het thema Stadslogistiek. Later kwam daar nog geconditioneerd vervoer bij.
Is jouw werkgebied Nederland of toch ook wel Europa?
Hoewel mijn werkveld voornamelijk op Nederland gericht is, houd ik natuurlijk ook in het oog wat er in Europa gebeurt en zorg ik ervoor dat er met ‘Brussel’ de nodige lijntjes worden gelegd. Zo is er bijvoorbeeld de EU Green Deal. In samenwerking met mijn TLN-collega in Brussel hebben we hierover bij TLN recent een webinar georganiseerd.
Als beleidssecretaris heb ik 4 tot 5 keer per jaar een vergadering met het deelmarktbestuur. Naast actuele ontwikkelingen specifiek voor de deelmarkt, gaat het daarbij nu ook om de actualiteit met betrekking tot corona en is het onderwerp verduurzaming een vast punt op de agenda.
Alles gaat om goede samenwerking tussen de verschillende linkjes binnen het netwerk. Als ik mogelijkheden zie, als deelmarkt secretaris of beleidsadviseur, probeer ik partijen met elkaar in gesprek te brengen. De kunst is dan alleen wel om het te concretiseren en dat is soms wat lastig. Onderzoeksinstituten draaien ook mee in allerlei trajecten en programma’s en ik probeer graag het bruggetje te slaan tussen onderzoek en praktijk. Die rol kun je als branchevereniging vervullen, omdat je een spilfunctie hebt tussen onderzoek en sectorontwikkeling en bij ondersteuning van bedrijven actief bent.
Met welke projecten houd je je bezig binnen de deelmarkten?
De werkgroep Milieuzones is een onderdeel van het Stadslogistiek-domein waar ik me mee bezighoud. Milieuzones bestaan al heel lang in ons land. Nu zijn er 13 zones in 13 steden, daar is geharmoniseerde regelgeving voor afgesproken.
TLN heeft zitting in de werkgroep Milieuzones, samen met aanverwante brancheorganisaties en lokale overheden. Daar probeer je tot afspraken te komen die recht doen aan de doelstellingen die er binnen zo’n milieuzone zijn: het verbeteren van de luchtkwaliteit in steden en blijven we daarbij binnen bepaalde normen. Daarnaast wil je natuurlijk ook dat goederenvervoer goed mogelijk blijft om inwoners en ondernemers op tijd van spullen te kunnen voorzien. Zo’n werkgroep is belangrijk, alle stakeholders kunnen er hun zegje doen. Je kunt er elkaars mogelijkheden en onmogelijkheden bespreken.
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de duurzame stadsdistributie?
Er wordt al heel veel gedaan, maar er moet ook nog heel wat gebeuren voor de zero-emissiezones er zijn met ingang van 1 januari 2025. De steden worden steeds voller, de beschikbare ruimte neemt af, maar tegelijkertijd zie je allerlei technische ontwikkelingen die zero-emissievervoer mogelijk maken. Er is ook duidelijkheid nodig over de omvang van de toekomstige zero-emissiezones, dan weten vervoerders, verladers en voertuigfabrikanten om welke volumes het gaat en kunnen zij hierop hun businessmodellen gaan afstemmen. Via de TLN-communicatiecollega’s informeren we de TLN-leden over al deze ontwikkelingen.
In het klimaatakkoord is aangegeven dat 30 tot 40 Nederlandse steden zero-emissiezones moeten hebben in 2025. Er zijn al steden die stappen hebben gezet en ik verwacht dat een aantal van hen op korte termijn hun plannen zullen publiceren.
In de duurzaamheidsvisie die TLN in 2017 heeft gepubliceerd, is een van de pijlers de zero-emissie stadslogistiek. TLN dringt daarin aan op duidelijkheid omtrent dit onderwerp en op een geharmoniseerd beleid. Er zijn inmiddels afspraken gemaakt over welke voertuigen zijn toegestaan in de zero-emissiezones, maar ook over de overgangstermijnen voor schone vrachtauto’s en de schoonste type bestelauto’s. Belangrijk is dat de steden op korte termijn met hun visie komen op de uitvoering van de emissiezones en hoe groot de gebieden zijn die zero-emissie moeten worden bevoorraad. Dan weet je namelijk welke volumes goederen deze gebieden ingaan en welk voertuigen je nodig hebt om die volumes de stad in en uit te brengen.
Ketenoptimalisatie speelt daar dan ook een belangrijke rol bij?
Jazeker, en dan kom je op het terrein van Simacan terecht: standaardisatie, ook in koppelingen. Door mijn betrokkenheid bij het project ‘Papierloos transport’ weet ik hoe moeilijk het is om die standaardisatie voor elkaar te krijgen. Wat je ziet bij de Simacan Control Tower, is dat Ahold dat samen met de vervoerders ontwikkelt en weer verder brengt. Dat zijn inspirerende voorbeelden.
Samenwerking, platforms en schaalvergroting zijn opkomende ontwikkelingen en daarnaast zie ik ook ruimte voor allerlei kleine spelers, subcontractors en niches. We kunnen veel sneller schakelen dan we denken, dat heeft de coronacrisis wel bewezen.
Af en toe moeten we ook lef hebben en gewoon doen. Niet de stap pas willen nemen als het perfect is, want dan zet je die stap niet. Perfect is het namelijk nooit en je moet echt in beweging blijven, kritiek helpt je ook weer verder. Dat is heel belangrijk voor toekomstbestendigheid van bedrijven en organisaties.
Wat vind je het meest interessant aan de sector, en aan jouw rol daarin?
Dat ik op het knooppunt van allerlei zaken zit, ik zie zowel de praktijk bij de leden als de politieke en maatschappelijke werkelijkheid waaraan overheden invulling moeten geven. De technische en wetenschappelijke ontwikkelingen zijn ook ontzettend interessant. Wat betreft de stadslogistiek: iedereen kan zich hierbij wel wat voorstellen, het staat dichtbij veel mensen, dat maakt dit onderwerp erg leuk.
Ook kijk ik met veel interesse naar de ontwikkelingen bij bedrijven. Logistiek is absoluut geen dozen schuiven, men denkt echt na over concepten: logistieke processen, cost efficiency, hoe gaat men met zijn mensen om, hoe kan de techniek ingezet worden? De ontwikkelingen buitelen over elkaar heen, dat hele speelveld is ontzettend dynamisch. Dat zie ik ook in de expertgroepen waar ik in meedraai.
Zijn er nog meer vrouwen bij TLN in topfuncties te vinden?
Ik denk dat de verhouding man-vrouw bij TLN ongeveer fifty-fifty is, in doorsnede van alle functies. Vrouwen zijn bij TLN eigenlijk wel goed vertegenwoordigd in alle lagen van organisatie, inclusief in spil- en topfuncties, sinds vorig jaar is Elisabeth Post onze voorzitter.
In de gehele sector is een verschuiving in de verdeling man-vrouw te zien, zoals bij functies als vrachtwagenchauffeur en orderpicker. Bij bureaufuncties in de logistieke sector zie je ook wel het aantal dames toenemen.
Wat zou wat jou betreft het toekomstideaal zijn voor de sector Transport & Logistiek?
Mensen klagen vaak over het aantal vrachtwagens en busjes op de weg. De reden dat die daar rijden, en ook bij jou in de buurt, is omdat we met z’n allen consumeren en spullen bestellen. Ik zou het heel prettig vinden als dat stigma enigszins zou verdwijnen, maar ik realiseer me ook dat dat een utopie zal blijven.
Wat concreet erg belangrijk is, is dat er rekening wordt gehouden met ruimte voor logistiek, zowel in fysieke ruimte (zoals laad- en losplaatsen in de binnenstad), als in het nadenken over toekomstplannen bij het inrichten van steden en industriegebieden, de bereikbaarheid daarvan.
Wat zeker ook van belang is, is ruimte voor digitalisering van de logistiek, zoals met behulp van Smart Cities. Wordt er al voldoende data gedeeld met de logistiek en gaat men daarbij voldoende uit van de mogelijkheden die de logistiek al biedt en nog gaat bieden? Dat is cruciaal om ook in de toekomst onze spullen allemaal te krijgen op de plekken waar we ze nodig hebben, zeker naarmate we meer gaan consumeren.